Wat de hobby is van deze bewoner, is overduidelijk: Amerika. Werkelijk álles doet je denken aan het land van de onbegrensde mogelijkheden. Met een big smile zegt hij er zelf over: “ik ben in het verkeerde land geboren”. Waarvoor hij de hulp van De Houtwinkel inschakelde, vertelt hij graag zelf.
Waar voorheen de werkschuur was, is nu een mantelzorgwoning. “Mijn ouders gaan in het huis wonen en ik heb mijn intrek genomen in de oude schuur. Het enige dat nog doet denken aan de voormalige functie van dit gebouw is het bed. Ik heb van een oude Chevy een bed gemaakt; de laadklep was precies groot genoeg om een matras in te plaatsen. Slaapt heerlijk, kan ik je zeggen. Precies op de plek waar nu mijn bed is, sleutelde ik een paar jaar geleden aan een Chevy met mijn broer. Nee, allebei niet veel verstand van auto’s maar het is ons toch gelukt.”
Er is veel hout gebruikt in de woonkamer van deze voormalig timmerman. “Natuurlijk”, legt hij uit. “Het mooiste materiaal dat er is. Ik heb jaren zelf een bouwbedrijf gehad, door ziekte kan dat nu niet meer, maar gelukkig is de creativiteit gebleven. Dat, gecombineerd met een heel eigen stijl, kom je tot prachtige dingen. Ik heb eikenhouten balken voor het plafond van De Houtwinkel en daar tussenin zitten planken die van oude pallets komen. Ik vind het mooi en het is budget technisch ook heel interessant. Niks mis met een beetje hergebruik.”
Waarom De Houtwinkel? “Bij de laatste klus die ik maakte, was veel hout nodig en dat kwam van De Houtwinkel. Door de kwaliteit en de fijne contacten was het voor mezelf logisch dat ik hen voor dit project benaderde. Bij mij werkt het zo: als het in mijn kop klaar is, kan het in werkelijkheid uitgevoerd worden. Ik maakte een tekening en ging daarmee naar Stijn. Die keek er ook nog eens kritisch naar en het bleek uitvoerbaar. Daarna: spullen bestellen en klaar.” De bewoner houdt niet van saai en er is veel te zeggen over de inrichting maar ‘saai’ komt niet eens in de buurt. Retro, modern, warm, sfeervol, strak, authentiek, één ding is zeker: voor deze eigen stijl is nog geen naam. “Het is míjn stijl en ik word daar heel gelukkig van. De pasteltinten van de keuken in de stijl van een Amerikaanse diner, veel hout waar ontelbaar veel USA Signs hangen, maar ook de ruimtebesparende schuifdeur en zwarte kozijnen. Als je het zo opnoemt, lijkt het een ‘bij mekaar geraapt zooitje’ maar dat is het niet. Er is eenheid.”
De buitenkant van de woning verklapt niets over de binnenkant. “Ik heb de gevel met houten planken ‘gepotdekseld’. Ook hier weer eikenhout dat in onbehandelde uitvoering snel zal vergrijzen. Kan mij niet snel genoeg gebeuren, in mijn ogen veel mooier dan de originele kleur van eikenhout. Binnen gebeurt dat natuurlijk veel minder snel, maar dat is oké. Hout leeft en dat is het belangrijkste.” De ruimte is niet ál te groot, maar groot genoeg voor de bewoner en zijn twee kinderen die een aantal dagen per week bij hem wonen. “Je moet constant zoeken naar creatieve oplossingen die ruimte besparen”, zegt hij. “Zo maak ik veel gebruik van schuifdeuren én heb ik niet heel veel onnodige spullen in huis. Als deurknoppen in de keuken heb ik Amerikaanse nummerplaten lichtjes gebogen waardoor je een greep krijgt die niet heel ver uitsteekt. Het zit ‘m in de details.”
Het huis is klaar, maar het mooiste moet nog komen. “Mijn werk als timmerman kan ik niet meer doen dus moet ik op zoek naar iets anders. In de tuin moet een B&B komen. Uiteraard in dezelfde stijl als mijn huis. Ik verwacht dat ik daar een heel specifieke doelgroep mee aan zal spreken. Het moet een huisje met een ‘porch’ (veranda) worden waar de mensen vooral buiten leven. Dat doe ik zelf ook, ben heel veel buiten. Als het even kan gaat de barbecue aan, Amerikaanse muziek erbij, vuurtje stoken en genieten. Waar die voorliefde voor Amerika vandaan komt? Geen idee eigenlijk, ik keek vroeger naar Amerikaanse series als Dukes of Hazard en dat heeft een vlammetje doen opladen. Anders kan ik het niet verklaren; het is niet dat ik van huis uit mee heb gekregen. Ik zeg wel eens dat ik in het verkeerde land geboren ben, dat ik eigenlijk gewoon een ‘Redneck’ ben. Ik ben nu twee keer in Amerika geweest en het voelde echt als thuiskomen. Die muziek, die uitzichten, de natuur, de mensen: álles vind ik mooi in dat land. Heel fijn dat ik – mede dankzij De Houtwinkel – die sfeer naar mijn eigen huis heb kunnen vertalen.”